we are in trouble_ statement jovan, abe, douwe, jitske
Statement: “Deze voorstelling wordt gedragen door de interdisciplinaire samenstelling ervan.”
De voorstelling begon met een beeld waarin de acteurs/dansers erg zorgvuldig bezig waren met het opvouwen en onwillekeurig rangschikken van kleding. Hier wordt al beroep gedaan op interdisciplinariteit omdat de acteurs een beeldende expositie verwezenlijken. Dit gaat langzaam over in de “volgende” discipline. Door middel van een zeer abstracte en minimalistische vorm van muziek wordt er een specifieke sfeer gecreëerd, en is er plaats voor vrije interpretatie van dit beeld. De muziek, het beeld en de acteurs worden door elkaar gedragen en versterkt. De discipline’s neigen naar elkaar toe waardoor er makkelijk verweving ontstaat.
Een goed voorbeeld hiervan is het punt waarop de dansers/acteurs in een cirkel van kledingzakken staan. Er wordt een mooi beeld neergezet. De acteurs zijn erg bezig met, en laten leidden door hun beleving. Al dit wordt versterkt en wederom gedragen door de abstracte vorm van muziek die op dat moment afgespeeld wordt. De twee discipline’s deinen deinzen op metrum van de muziek, wat een bestaansrecht oplevert voor de gehele compositie. Op een bepaald moment in de voorstelling verander het karakter van de muziek. De muziek wordt ritmisch dichter en kleur donkerder. De andere discipline’s gaan mee in deze verandering en verhouden er toe. Dit proces voelt niet geforceerd. Het is een erg natuurlijke overgang die erg vloeiend in elkaar overloopt. Dit is voor het publiek een fijne en “rustige” overgang van karakter.
Wat voor ons allemaal een hoogtepunt was in de voorstelling is het duet tussen de man in het blauwe, en een is ons beeld overleden dame. Het spel tussen de twee was in perfecte harmonie. Het licht, de bewegingen van de dansers en de muziek stuurden onze aandacht recht op de twee die aan het dansen waren. Een ander moment in de voorstelling dat ons aansprak was het deel waarin de dansers deel uitgingen maken van de muziek. De dansers renden door over het podium in de maat van de muziek, zei stampten en hijgden hard op de maat. Hierdoor werden ze volledig opgenomen in het geheel van geluid en abstractie die de muziek bracht. Ook bouwden de twee af. De muziek had een fade-out en ook het stampen werdt geleidelijk aan minder. In deze scene is ritme het fundament. Zonder een muzikale ondertoon verliest de scene zijn kracht. Alleen stampen en hijgen brengt geen bijzonder beeld zonder een gezette sfeer. De voorstelling nam een andere wending toen er ook stemgeluid werdt toegevoegd, terwijl het beeld doorging. Een meisje on-versterkt begon met namen te noemen en op de achtergrond waren de resterende acteurs bezig met het verzamelen van kledingstukken. Deze scene mondde uit in een koorstuk. Twee disciplines vloeien hier in elkaar over. Het namen noemen bracht ons naar het koorstuk dat werd opgebouwd met mensen uit de zaal. Dit gaf het gevoel van “in de voorstelling zitten”.
Wat we hebben gezien was bijzonder. De combinaties tussen discipline’s waren verrassend en konden niet zonder elkaar volgens ons.
Jovan Smilda, Abe de Vries, Douwe Bruinsma, Jitske Krist
Larissa Doesburg
Reacties
Een reactie posten